Deze morgen besluiten we om op het terras van het hotel ons ontbijt te eten. Het is erg rustig buiten en we kunnen nog even genieten voordat we weer in de auto springen. Na een snelle check-uit gaan we er dan toch echt aan beginnen; de autorit naar Frankrijk. We rijden via Schengen, in Luxemburg. In Luxemburg liggen de prijzen voor benzine namelijk vele male lager dan in de omringende landen. Hier moeten we natuurlijk van profiteren. Maar voordat we er zijn moeten we nog een stuk door Duitsland. We rijden al snel de hoogte in en zien even wat andere landschappen dan dat we de afgelopen dagen gezien hebben.

Via Trier rijden we naar de grens van Luxemburg. Al snel zien we weer een bekende rivier; de Moezel. Vanaf het dorp Wasserbillig is de Moezel de natuurlijke landgrens tussen Duitsland en Luxemburg. Alhoewel we heel even in Luxemburg waren, rijden we al snel Duitsland weer in om onze weg langs het water te vervolgen naar Schengen. Het plaatsje Schengen lijkt wel uitgestorven, zelfs bij het tankstation is er bijna niemand te vinden. Na een korte lunch vervolgen we snel onze weg weer naar Frankrijk. Bij Thionville rijden we de snelweg weer op, om zo bij Pont-à-Mousson uit te komen.

Het duurt niet lang voordat we bij de stad aankomen. We parkeren de auto op Place Duroc en lopen naar één van de cafés om even bij te komen van de rit en een koffie te drinken. Hier worden de coronamaatregelen ook weer netjes opgevolgd. Op het terras draag je weer een mondkapje en deze mag pas af als je aan je tafel zit. Het plein ziet er prachtig uit en ook hier zijn er weinig mensen op de been.

Nu de koffie op is wordt het tijd voor een wandeling door deze plaats. Via het centrum lopen we verder de stad in naar Boulevard de Riolles, waar een stukje park is aangelegd die weer terugleidt naar de moezel. Via de moezel lopen we weer terug naar het centrum en stoppen even aan het water om te genieten van het uitzicht. Vanaf onze bank hebben we uitzicht op de kerk Saint-Martin en in de verte zien we de Abdij van de stad. Als we de andere kant opkijken zien we in de verte op een berg iets wat onze aandacht trekt. Na een kleine zoektocht op google maps hebben we het gevonden; Chapelle de Lumière in de plaats Mousson.

We hebben nog even tijd voordat we mogen inchecken, dus we besluiten hier heen te gaan. Het is een klein kwartiertje rijden van Pont-à-Mousson en ligt een stuk hoger. Bij het dorp aangekomen parkeren we gelijk de auto op de eerste parkeerplaats die we zien en gaan wandelend naar boven. Het is weer een hele klim, maar via wat kleine steile paden naar boven zijn we er dan eindelijk.

We zien nog wat oude muren overeind staan, wat vroeger een kasteel was geweest; Château de Mousson. Het uitzicht is werkelijk prachtig. Je kan vanaf dit punt heel ver kijken en hebt een mooi uitzicht op de stad Pont-à-Mousson. Dit was de klim meer dan waard. Na een korte pauze lopen we weer naar beneden om naar onze eindbestemming van deze dag te rijden; Vandières.

De weg brengt ons weer via Pont-à-Mousson, langs de moezel. We komen al snel in het dorp aan en komen er achter dat we te vroeg zijn. Het hotel gaat namelijk pas om 6 uur open voor de check-in. Gelukkig is er aan de andere kant van de straat een café dat om 5 uur open gaat en we besluiten om daar een drankje te doen. Al snel is het 6 uur en kunnen we dan toch echt inchecken bij ons hotel; Auberge Des Voyageurs. Een vriendelijke vrouw laat ons binnen en de check-in verloopt hier ook weer soepel. Gelukkig is het mogelijk om hier ook te dineren, want wij hebben zelf geen zin meer om de auto in te stappen. Het personeel doet goed zijn best om ons onverstaanbare frans te begrijpen. En uiteindelijk kunnen we genieten van een heerlijke maaltijd met weer een goed glas wijn.